banjir
- ban·jir
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | banjir | banjirs |
verkleinwoord |
de banjir m
- overstroming, stortvloed
- ▸ Momenteel werken zo’n 1450 medewerkers verspreid over de archipel aan gezondheidszorg, milieubehoud, noodhulp, ramppreventie en watervoorziening. Met dat laatste houdt Kieft zich deze dagen het meest bezig in Jakarta, dat de gevolgen ondervindt van een kolossale banjir (overstroming).[3]
- Het woord banjir staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "banjir" herkend door:
21 % | van de Nederlanders; |
25 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ banjir op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron Ab Jansen“Na de banjir vecht Jakarta tegen de bacteriën” (08-02-2007), Reformatorisch Dagblad
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be