banjir in Jakarta
  • ban·jir
enkelvoud meervoud
naamwoord banjir banjirs
verkleinwoord

de banjirm

  1. overstroming, stortvloed
     Momenteel werken zo’n 1450 medewerkers verspreid over de archipel aan gezondheidszorg, milieubehoud, noodhulp, ramppreventie en watervoorziening. Met dat laatste houdt Kieft zich deze dagen het meest bezig in Jakarta, dat de gevolgen ondervindt van een kolossale banjir (overstroming).[3]
21 % van de Nederlanders;
25 % van de Vlamingen.[4]
  1. banjir op website: Etymologiebank.nl
  2. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  3.   Weblink bron
    Ab Jansen
    “Na de banjir vecht Jakarta tegen de bacteriën” (08-02-2007), Reformatorisch Dagblad
  4.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be