banierdrager
- ba·nier·dra·ger
- samenstelling van banier zn en drager zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | banierdrager | banierdragers |
verkleinwoord | - | - |
- iemand die de banier draagt
- (figuurlijk) iemand die het initiatief voor iets neemt
- Het woord banierdrager staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.