Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ba·nen·ma·chi·ne
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord banenmachine banenmachines
verkleinwoord banenmachinetje
banenmachientje
banenmachinetjes
banenmachientjes

Zelfstandig naamwoord

de banenmachinev

  1. persoon, bedrijf of organisatie die zorgt voor veel werkgelegenheid
     De premier begrijpt dat mensen kritisch zijn op de Nederlandse politiek en op Europa. "Mensen voelen instinctief aan dat het onveilig is als wij in ons eentje de volle storm van een grote, onzekere wereld zouden opvangen. Maar ik snap het als mensen denken: Europa kan zo veel beter. Als banenmachine kan de Europese Unie bijvoorbeeld veel meer bijdragen aan onze economie."[1]
     "Ik ben de grote banenmachine", zei Trump over zichzelf tijdens het debat. En werkgelegenheid creëren zag hij Clinton niet doen. Sterker, hij verweet haar "dertig jaar lang te hebben nagedacht" over banenbeleid. "Maar je deed er niks aan." Integendeel, vond Clinton, kijk maar naar de manier waarop ik heb geholpen de Amerikaanse export te vergroten.[2]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Rutte: kiezer heeft nog geen genoeg van mij” (Zaterdag 16 december 2017, 15:35), NOS
  2.   Weblink bron “Clinton vs. Trump: vijf momenten die je gezien moet hebben” (Dinsdag 27 september 2016, 06:26), NOS