banderilla
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: banderilla (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ban·de·ril·la
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Spaans, in de betekenis van ‘gepunte stok met vlaggetje’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1886 [1] [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | banderilla | banderilla's |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
- een versierde stok met weerhaken aan het einde, gebruikt bij stierengevechten
Vertalingen
1.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord banderilla staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.