balkonsolidariteit
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- bal·kon·so·li·da·ri·teit
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van balkon zn en solidariteit zn
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | balkonsolidariteit | |
| verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de balkonsolidariteit v
- saamhorigheid die ontstaat als mensen hun huis niet uit mogen gaan en elkaar alleen nog maar via het balkon kunnen ontmoeten of spreken
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord 'balkonsolidariteit' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.