balkonconstructie
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- bal·kon·con·struc·tie
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van balkon zn en constructie zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | balkonconstructie | balkonconstructies |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de balkonconstructie v
- de manier waarop een balkon gemaakt is
- ▸ Inspecteurs van de gemeente hebben de balkonconstructie van naastgelegen woningen gecontroleerd of die veilig zijn. "Die lijken niet onveilig te zijn", zegt de veiligheidsregio. De huiseigenaren krijgen het advies om hun balkons nader te laten onderzoeken. "Het zijn allemaal eigendomspanden, het is dus aan hen om actie te ondernemen."[1]
Gangbaarheid
- Het woord 'balkonconstructie' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “Balkon ingestort van woning in Vlaardingen, twee mannen zwaargewond” (Zondag 3 oktober 2021, 15:05), NOS