bakstenen
de bakstenen mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord baksteen
- ▸ Ik was inmiddels een volleerd observator van de ongelijke uitschieters en littekens van de huisvesting in Londen. De postcodes, de bakstenen, de wel of niet aanwezige rozenstruik, de voetenschraper, de hoogte van een stoepje of het ontbreken ervan was een taal die ik nu ook sprak.[1]
- Het woord bakstenen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "bakstenen" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Jessie Burton (vert. Marja Borg)“De muze” (2017), Luitingh-Sijthoff
, ISBN 9789024574704
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be