Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bad voor
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
voorbidden

bad (…) voor

  1. enkelvoud verleden tijd van voorbidden
    • Ik bad voor. 
    • Jij bad voor. 
    • Hij, zij, het bad voor. 

Gangbaarheid