backspin
- back·spin
- uit het Engels
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | backspin | backspins |
verkleinwoord |
de backspin m
- het draaien van een bal om zijn as in de richting die tegengesteld is aan de voorwaartse beweging van die bal
- ▸ Mickelson sloeg de bal over 100 meter naar de green en raakte daarbij de top van de vlag, waardoor de bal met veel backspin alsnog in de putt rolde.[1]
- ▸ Webster beleefde een bijzondere start van het toernooi door op zijn eerste hole (de 10de) een albatross te maken. Op de par-5 zag hij zijn tweede slag na een vlucht van ongeveer 225 meter met wat backspin in de hole belanden.[2]
- dansbeweging bij breakdancen waarbij de danser rondjes op zijn rug draait
vervoeging van |
---|
backspinnen |
backspin
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van backspinnen
- Ik backspin.
- gebiedende wijs van backspinnen
- Backspin!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van backspinnen
- Backspin je?
- Het woord backspin staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Weblink bron “Mickelson slaat bizarre 'spinbal' bij rentree” (Vrijdag 22 januari 2016, 02:55), NOS
- ↑ Weblink bron “Coetzee leidt, Derksen middenmoot” (Woensdag 22 januari 2014, 18:40), NOS