awara

Nederlands

[1] awara

[2] awara

Uitspraak

• Geluid:  awara    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• awa·ra

Woordherkomst en -opbouw

• uit het Surinaams-Nederlands

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	awara	awara's
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

awara

1. (voeding) oranjegele vrucht van de awaraboom
2. (plantkunde) Astrocaryum vulgare  palm waaraan de awara's groeien

Afgeleide begrippen

• awaraboom, awarapalm, awarapit, awarapap, awarasap, awaratijd, awaravlees, awarzaad, awarazeep

Gangbaarheid

• Het woord awara staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.