• av·slut·te
  • Afgeleid van het Noorse werkwoord slutte met het voorvoegsel av-
Naar frequentie 2384
vervoeging
onbepaalde wijs avslutte
tegenwoordige tijd avslutter
verleden tijd avsluttet
avslutta
voltooid
deelwoord
avsluttet
avslutta
onvoltooid
deelwoord
avsluttende
lijdende vorm avsluttes
gebiedende wijs avslutt
vervoegingsklasse Klasse 1 zwak
opmerking

avslutte

  1. overgankelijk afsluiten, beëindigen, besluiten, sluiten
    «Barack Obama sier han vil avslutte krigen i Irak innen september 2010.»
    Barack Obama zegt dat hij de oorlog in Irak in september 2010 zal beëindigen.



  • av·slut·te
  • Afgeleid van het Nynorske werkwoord slutte met het voorvoegsel av-
vervoeging
onbepaalde wijs avslutte
avslutta
tegenwoordige tijd avsluttar
verleden tijd avslutta
voltooid
deelwoord
avslutta
onvoltooid
deelwoord
avsluttande
lijdende vorm avsluttast
gebiedende wijs avslutt
avslutta
avslutte
vervoegingsklasse Klasse 1 zwak
opmerking

avslutte

  1. overgankelijk afsluiten, beëindigen, besluiten, sluiten

avslutte

  1. gebiedende wijs van avslutta

avslutte

  1. gebiedende wijs van avslutte