• av·lei·ing
  • Afkomstig van het Noorse werkwoord avlede met het achtervoegsel -ing
Naar frequentie > 50000
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   avleiing     m: avleiingen
v: avleiinga  
  avleiinger     avleiingene  
genitief   avleiings     m: avleiingens
v: avleiingas  
  avleiingers     avleiingenes  

avleiing, m / v

  1. afleiding, herleiding
  2. (taalkunde) afleiding, derivatie


  • av·lei·ing
  • Afkomstig van het Nynorske werkwoord avlede met het voorvoegsel av- en met het achtervoegsel -ing
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   avleiing     avleiinga     avleiingar     avleiingane  

avleiing, v

  1. afleiding, herleiding
  2. (taalkunde) afleiding, derivatie
    «I medisinske ord skal den greske bokstaven theta (θ) gjevast att med - t - i norske ordformer, også i samansetjingar og avleiingar
    In medische termen zal voortaan de Griekse letter theta (θ) in Noorse woordvormen met een 't' weergegeven worden, ook in samenstellingen en afleidingen.