avivage
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- avi·va·ge
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | avivage | avivages |
verkleinwoord | avivagetje | avivagetjes |
Zelfstandig naamwoord
avivage [3]
- het helderder maken (verlevendigen), (van weefsels)
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord 'avivage' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.