autowegenvignet
- au·to·we·gen·vig·net
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | autowegenvignet | autowegenvignetten |
verkleinwoord | autowegenvignetje | autowegenvignetjes |
het autowegenvignet o
- vignet dat men achter de voorruit moet plakken als met toegang tot het autowegennet wil krijgen
- Ook Horst Seehofer van de CDU krijgt zijn trofee: Duitsland voert in 2014 een auto(snel)wegenvignet in die buitenlanders doet betalen om over de Autobahn te scheuren. De onderhandelaars zoeken wel nog een manier om dat vignet in te voeren zonder Europa voor het hoofd te stoten.[2]
- Het autowegenvignet is een Duits initiatief. Oorspronkelijk wilde Duitsland het vignet eenzijdig invoeren, ter compensatie van het toegenomen gebruik van de Duitse snelwegen door het internationaal vrachtverkeer. In februari van dit jaar sloten Nederland, België, Luxemburg en Denemarken, waar ook nog geen autowegentol bestond, zich aan bij het Duitse initiatief.[3]
- Het woord autowegenvignet staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ autowegenvignet op website: Etymologiebank.nl
- ↑ de Telegraaf 27 nov. 2013 Akkoord over vorming Duitse regering
- ↑ NRC 7 november 1994 Chaos in Brussel door actie; Eurovignet roept verzet truckers op