autoplastiek
- au·to·plas·tiek
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | autoplastiek | autoplastieken |
verkleinwoord | - | - |
de autoplastiek v
- (medisch) herstel van een verminkt stuk huid, d.m.v. een aan een ander deel van het lichaam ontnomen materiaal
- Het woord 'autoplastiek' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.