autoloog
- au·to·loog
stellend | |
---|---|
onverbogen | autoloog |
verbogen | autologe |
autoloog
- op zichzelf betrekking hebbend
- Een autologe bloeddonatie wordt later weer aan dezelfde persoon teruggegeven.
- Het woord autoloog staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.