Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • at te·gen
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
tegeneten

at (…) tegen

  1. enkelvoud verleden tijd van tegeneten
    • Ik at tegen. 
    • Jij at tegen. 
    • Hij, zij, het at tegen. 

Gangbaarheid