Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ast·ma·cen·trum
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord astmacentrum astmacentrums
astmacentra
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het astmacentrumo

  1. (medisch) ziekenhuis gespecialiseerd in de behandeling van astmapatiënten
     De daken dreigen in te storten onder het gewicht van meters sneeuw. Ook veel bomen staan op het punt om om te vallen door de zware sneeuw op de takken. Met pantservoertuigen op rupswielen hebben militairen de bewoners en medewerkers van een astmacentrum geëvacueerd.[1]
     Op de bank van Studio Sportwinter vertelt Van der Graaff dat zij op vierjarige leeftijd naar het wintersportland vertrok vanwege het werk van haar vader, die leraar is bij een Nederlands astmacentrum in de schone lucht van de Zwitserse bergen.[2]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Lawine treft Zwitsers hotel, noodtoestand in delen Duitsland” (Donderdag 10 januari 2019, 18:19), NOS
  2.   Weblink bron “Zwitserse Van der Graaff dacht weleens aan uitkomen voor Nederland” (Zondag 18 februari 2018, 22:14), NOS