assemblagelijn
- as·sem·bla·ge·lijn
- samenstelling van assemblage zn en lijn zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | assemblagelijn | assemblagelijnen |
verkleinwoord |
- (industrie) serie werkplekken waarlangs een product gaat dat men in elkaar zet
- ▸ Tesla produceert nu één type auto, de Model S. Het bedrijf heeft in Tilburg een assemblagecentrum waar auto's voor de Europese markt rijklaar worden gemaakt. Musk zei onlangs dat hij de assemblagelijn wil uitbreiden.[1]
- ▸ Woensdag rolde al de laatste Opel Astra van de assemblagelijn. Voor de arbeiders was dat een pijnlijk moment. Onmacht en droefheid overheerst: "Het doet zeer, maar we hebben geen keuze en moeten verder", reageerde een werknemer in De Standaard. "Ik had hier honderd jaar kunnen worden". Een ander verklaarde nog nooit gezien te hebben dat de assemblagelijn helemaal leeg was. "Dat was gewoon vies."[2]
- Het woord assemblagelijn staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Weblink bron “Tesla: leef je uit met onze patenten” (Vrijdag 13 juni 2014, 10:42), NOS
- ↑ Weblink bron “Opel-fabriek Antwerpen sluit deuren” (Vrijdag 17 december 2010, 07:23), NOS