• as·pi·rant-lid
enkelvoud meervoud
naamwoord aspirant-lid aspirant-leden
verkleinwoord - -

het aspirant-lido

  1. iemand die bezig is om zich aan te sluiten bij een bepaalde organisatie
     Aspirant-leden moeten zich bij inschrijving bij een club legitimeren.[2]
     De jongen had als aspirant-lid een zwijgcontract getekend waarin stond dat onthullingen over de ontgroening bestraft zouden worden met een boete van 25.000 euro.[3]
     Geert van Kesteren is toegelaten als aspirant-lid van het coöperatieve fotoagentschap Magnum.[4]
     De leiders van Kenia, Tanzania en Oeganda beraadslagen vandaag over versterking van de Oost-Afrikaanse Gemeenschap. Rwanda is aspirant-lid en de sancties tegen Burundi hebben hun langste tijd gehad.[5]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron
    Andreas Kouwenhoven
    “NRC checkt: ‘Blijven voetballen na royement is kinderlijk eenvoudig’” (22 september 2017) op nrc.nl  
  3.   Weblink bron
    Liza van Lonkhuyzen
    “Aangifte slachtoffer Vindicat” (27 oktober 2016) op nrc.nl  
  4. “Geert van Kesteren aspirant Magnum” (24 juni 2005) op nrc.nl  
  5.   Weblink bron
    Koert Lindijer
    “Oost-Afrikaanse leiders sluiten de rijen” (23 januari 1999) op nrc.nl