asielcriminaliteit
- asiel·cri·mi·na·li·teit
- samenstelling van asiel zn en criminaliteit zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | asielcriminaliteit | |
verkleinwoord |
de asielcriminaliteit v
- door asielzoekers gepleegde criminaliteit
- ▸ De krant meldde gisteren toch dat verschillende eenheden van de politie cijfers over asielcriminaliteit bijhouden. Die wil de politie niet openbaar maken, meldt de krant, omdat dat het opsporingsbelang zou schaden.[1]
- ▸ Staatssecretaris Harbers werd niet op de hoogte gebracht van die discussie in zijn topberaad. Hem wordt in een memo wel verteld dat hij met deze rapportage over asielcriminaliteit de Tweede Kamer 'completer en transparanter' informeert. Uiteindelijk stapte Harbers op omdat hij het parlement juist niet compleet en transparant informeerde.[2]
- Het woord asielcriminaliteit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Weblink bron “'Politie wilde deal sluiten met Telegraaf om blunder te verzwijgen'” (Zaterdag 29 april 2017, 03:28), NOS
- ↑ Weblink bron Nynke de Zoeten en Jorn Jonker“Criminaliteit onder asielzoekers: ambtenaren schrapten belangrijke passage” (Woensdag 6 november 2019, 19:09), NOS