Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • aroom
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord aroom aromen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het aroomo

  1. (voeding) (aangename) geur van spijzen, dranken, genotmiddelen enz
  2. (voeding), (specerij), (kruid), (kookkunst) stof die smaak en geur aan spijzen etc. geeft

Gangbaarheid

21 % van de Nederlanders;
30 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be