arbeidsverdringing
- ar·beids·ver·drin·ging
- samenstelling van arbeid en verdringing met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | arbeidsverdringing | arbeidsverdringingen |
verkleinwoord |
de arbeidsverdringing v
- mensen uit andere landen die in een land het werk komen doen en daarmee de inwoners van het land mogelijk zouden verdringen om zelf dat werk te doen.
- In Nederland zou er arbeidsverdringing plaatsvinden, terwijl Nederlanders dat werk helemaal niet willen doen.
- Het woord 'arbeidsverdringing' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.