arbeidsverdringing

  • ar·beids·ver·drin·ging
enkelvoud meervoud
naamwoord arbeidsverdringing arbeidsverdringingen
verkleinwoord

de arbeidsverdringingv

  1. mensen uit andere landen die in een land het werk komen doen en daarmee de inwoners van het land mogelijk zouden verdringen om zelf dat werk te doen.
    • In Nederland zou er arbeidsverdringing plaatsvinden, terwijl Nederlanders dat werk helemaal niet willen doen.