Spaans

Uitspraak
  • IPA: /a.pa.ɰa.ðo/
Woordafbreking
  • a·pa·ga·do
enkelvoud meervoud
apagado apagados

Zelfstandig naamwoord

apagado m

  1. een uitgeblust man
  enkelvoud meervoud
mannelijk apagado apagados
vrouwelijk apagada apagadas

Bijvoeglijk naamwoord

apagado

  1. gedoofd (licht, vuur)
  2. dof (geluid)
  3. mat (kleur)
  4. uitgeblust

Werkwoord

vervoeging van
apagar

apagado

  1. voltooid deelwoord (participio) van apagar