Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • an·tro·po·so·fie
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘een bepaalde levensleer’ voor het eerst aangetroffen in 1933 [1]
  • met het voorvoegsel antropo- en met het achtervoegsel -sofie [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord antroposofie antroposofieën
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de antroposofiev

  1. (filosofie) door Rudolf Steiner (1861-1925) ontwikkelde levensbeschouwing (o.m. over een geestelijke wereld die toegankelijk zou zijn via innerlijke ontwikkeling)
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

87 % van de Nederlanders;
63 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen