Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • an·tro·po·lo·ge
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord antropologe (antropologen)
antropologes
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de antropologev

  1. (beroep) een wetenschapster die zich bezighoudt met het bestuderen van het menselijk gedrag
Verwante begrippen

Meer informatie

Gangbaarheid