antizwartepietactiviste

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • an·ti·zwar·te·piet·ac·ti·vis·te
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord antizwartepietactiviste antizwartepietactivistes
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de antizwartepietactivistev

  1. vrouwelijke vorm van antizwartepietactivist

Gangbaarheid