antecedentenonderzoek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • an·te·ce·den·ten·on·der·zoek
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord antecedentenonderzoek antecedentenonderzoeken
verkleinwoord antecedentenonderzoekje antecedentenonderzoekjes

Zelfstandig naamwoord

het antecedentenonderzoeko

  1. onderzoek naar wat een persoon in het verleden heeft gedaan; onderzoek naar de achtergrond van iemand
     De functionaris in Manaus is sinds 1 maart actief, laat het ministerie weten. Voor zijn aanstelling is er een antecedentenonderzoek gedaan.[1]
     Uitdehaag begrijpt niet hoe de neuroloog in Duitsland wel een baan heeft kunnen krijgen. "Het ziekenhuis had een antecedentenonderzoek moeten doen. Je zou toch verwachten dat je als zorginstelling recente informatie wil hebben, wanneer je iemand aanneemt. Je moet niet blind varen op een oude werkvergunning, zoals deze Duitse kliniek heeft gedaan."[2]

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Huiszoeking bij consul in Manaus” (Vrijdag 23 november 2012, 20:12), NOS
  2.   Weblink bron “'Nieuw hoofdstuk in Steur-drama'” (Zaterdag 5 januari 2013, 07:43), NOS