anoint

Engels

Uitspraak

• Geluid:  anoint (VK)    (hulp, bestand)
• IPA: /əˈnɔɪnt/

Woordafbreking

• a·noint

Woordherkomst en -opbouw

• Van Oudfrans enoint, verder te herleiden tot Latijn inunguere. In het Engels bekend sinds de 14e eeuw.

vervoeging
onbepaalde wijs	to  anoint
he/she/it	anoints
verleden tijd	anointed
voltooid deelwoord	anointed
onvoltooid deelwoord	anointing
gebiedende wijs	anoint

Werkwoord

anoint

1. overgankelijk, (religie) zalven
2. overgankelijk insmeren, smeren
3. overgankelijk, (informeel) afrossen

Schrijfwijzen

• annoint

Afgeleide begrippen

• anointment