• an·kom·me
  • Afleiding van het Noorse werkwoord komme met het voorvoegsel an-
Naar frequentie 11849
vervoeging
onbepaalde wijs ankomme
tegenwoordige tijd ankommer
verleden tijd ankom
voltooid
deelwoord
ankommet
onvoltooid
deelwoord
ankommende
lijdende vorm ankommes
gebiedende wijs ankom
vervoegingsklasse onregelmatig
opmerking

ankomme

  1. onovergankelijk aankomen
    «Vi ankom til Köln to timer forsinket.»
    We kwamen met twee uur vertraging in Keulen aan.
  2. onovergankelijk opduiken
    «Hun ankom i shorts.»
    Zij dook op in korte broek.