anisocorie
- Geluid: anisocorie (hulp, bestand)
- ani·so·co·rie
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | anisocorie | - |
verkleinwoord | - | - |
de anisocorie v
- (medisch) ongelijkheid van de pupillen
1. ongelijkheid van de pupillen
- Het woord 'anisocorie' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.