Spaans

Uitspraak
Woordafbreking
  • an·gus·tia
enkelvoud meervoud
angustia angustias

Zelfstandig naamwoord

angustia v

  1. smart, verdriet, kwelling
  2. angst, bangheid, schrik
Synoniemen

Verwijzingen

Werkwoord

vervoeging van
angustiar

angustia

  1. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van angustiar
  2. gebiedende wijs (bevestigend) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van angustiar