anderhalvemetertoerisme

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • an·der·hal·ve·me·ter·toe·ris·me
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord anderhalvemetertoerisme
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het anderhalvemetertoerismeo

  1. reizen waarbij de toeristen 1,5 meter afstand van elkaar houden zoals verplicht was tijdens de coronaepidemie

Gangbaarheid