Nederlands

 
draagbare ampex recorder
Uitspraak
Woordafbreking
  • am·pex
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘beeldband’ voor het eerst aangetroffen in 1970 [1]
  • merknaam uit het Amerikaans [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord ampex ampexen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de ampexm

  1. een professionele videorecorder
    • Gistermiddag, toen de hoop bijna was opgegeven, werd bij filmproducent Rob Houwer nog een kopie ontdekt op een Ampex-band, een videosysteem dat intussen in onbruik is geraakt. ,,Maar toen we gisteravond laat eindelijk een apparaat vonden om die band af te spelen, was het beeld niet goed genoeg en ook niet te herstellen, zegt Van Dijk. Uiteindelijk is vanmiddag één van de kopieën ,,zo goed en zo kwaad mogelijk schoongemaakt.[3] 
Synoniemen

Gangbaarheid

44 % van de Nederlanders;
29 % van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen