Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • am·bu·lan·ce·bus
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord ambulancebus ambulancebussen
verkleinwoord ambulancebusje ambulancebusjes

Zelfstandig naamwoord

de ambulancebusm

  1. (medisch), (transport) een bus die ingericht is als ambulance om meerdere patiënten te vervoeren
     Ambulances in het dunbevolkte noorden van het land hebben zo veel moeite mensen snel naar het ziekenhuis te krijgen, dat ze nu een andere oplossing hebben: een ambulancebus.[1]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Oude stadsbus omgebouwd tot eerste ambulancebus van het land” (1 april 2016)