ambtenarensalaris

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • amb·te·na·ren·sa·la·ris
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord ambtenarensalaris ambtenarensalarissen
verkleinwoord ambtenarensalarisje ambtenarensalarisjes

Zelfstandig naamwoord

het ambtenarensalariso

  1. het loon dat mensen die in dienst zijn van de overheid ontvangen
    • De Brabantse gedeputeerde somde matiging van het ambtenarensalaris op bij de meevallers voor de provincie zoals ook de teruggedraaide bezuinigingen op natuur een plusje betekent. [2] 
    • Koning, koningin en prinses zijn zogeheten 'trendvolgers', wat betekent dat hun uitkeringen de wijzigingen in de ambtenarensalarissen volgen. Als de ambtenaren jaren op de nullijn zitten, zitten zij dat ook. Als de ambtenaren er wat bij krijgen, krijgen zij dat ook. De eenmalige uitkering van 500 euro is onderdeel van het loonakkoord dat het kabinet met drie ambtenarenvakbonden heeft gesloten. [3] 
    • Analyse van alle 486 maatregelen wijst uit dat het grootste deel, €24,1 miljard, bij de overheid zelf is bezuinigd. Voorbeelden daarvan zijn korten op de uitgaven voor gemeenten, voor ministeries en uitvoeringsorganisaties, zoals de Belastingdienst, veiligheidsdienst AIVD en uitkeringsorganisatie UWV. En jarenlang bevriezen van ambtenarensalarissen. [4] 

Gangbaarheid


Verwijzingen