ambilogie
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- am·bi·lo·gie
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ambilogie | ambilogieën |
verkleinwoord | ambilogietje | ambilogietjes |
Zelfstandig naamwoord
de ambilogie v
- een uiting met tweeërlei uitleg
- Hij sprak gedurig in ambilogieën.
Synoniemen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord 'ambilogie' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
Afrikaans
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ambilogie |
Zelfstandig naamwoord
ambilogie