Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • am·bas·sa·de·staf
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord ambassadestaf ambassadestaven
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de ambassadestafm

  1. personeel dat werk op een ambassade
     Het aantal mensen op de Nederlandse ambassade in Pakistan is sterk teruggebracht in reactie op doodsbedreigingen aan het adres van de ambassadestaf. Dat heeft minister Blok gezegd in het radioprogramma Nieuws en Co op NPO Radio 1. De ambassade is nog wel open en er kunnen nog wel visa worden aangevraagd, maar "een heel aantal mensen" is teruggetrokken naar Nederland, zei Blok.[1]
     Hij stelt vast dat de inzet van wetshandhavers ('law enforcement') sinds de aanslagen van 11 september 2001 is verdrievoudigd. De hele ploeg is op dat moment goed voor tien procent van de ambassadestaf.[2]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Nederland trekt deel ambassadestaf in Pakistan terug na doodsbedreigingen” (Maandag 12 november 2018, 18:37), NOS
  2.   Weblink bron “Welke veiligheidsdiensten VS zitten in Den Haag?” (Zaterdag 22 januari 2011, 16:36), NOS