amazement
enkelvoud | meervoud |
---|---|
amazement | amazements |
amazement
- smitten with amazement
van verwondering ontstoken, stomverbaasd
- to be speechless with amazement
stomverbaasd zijn
- to cause amazement
verwondering wekken
- to gaze in amazement
met verbazing bekijken, verwonderd bekijken
- to look at somebody in amazement
iemand verwezen aanzien
- in amazement
verbaasd
- «They were shaking their heads in amazement.»
- Ze schudden verbaasd hun hoofden.
- «They were shaking their heads in amazement.»
- to someone's amazement
tot iemands verbaazing
- «To my amazement, he actually refused to help me.»
- Tot mijn verbazing weigerde hij echt om mij te helpen.
- «To my amazement, he actually refused to help me.»