allerarmste
- Geluid: allerarmste (hulp, bestand)
- IPA: / ˈɑlərˌɑrəmstə / (4 of 5 lettergrepen)
- al·ler·arm·ste
- bn: allerarmst bn met de uitgang -e
- zn: afgeleid van allerarmst bn met het achtervoegsel -e
allerarmste
- verbogen vorm van de stellende trap van allerarmst
- ▸ Overheidshulp, al of niet via niet-gouvernementele kanalen, kent een lage effectiviteit en bereikt de allerarmste mensen zelden.[1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | (allerarmste) | allerarmsten |
verkleinwoord |
allerarmste
- persoon die heel weinig geld te besteden heeft
Alleen gangbaar in het meervoud; het enkelvoud komt soms voor als zelfstandig gebruikt bijvoeglijk naamwoord.
- Het woord allerarmste staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Weblink bron Louise O. Fresco“Hulp als spiegel” (14 maart 2012) op nrc.nl
- ↑ Weblink bron Gustav Nieritz“Acht dagen op reis, of De jonge muzijkanten.” (ca. 1840-1850), A. ter Gunne, Deventer, p. 46 op Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren