• al·le·men·sen

allemensen

  1. lieve hemel, drukt grote verbazing uit, soms ook met enige ergernis
    • Allemensen! Wat een adonis... 
     'Allemensen, ze hebben je daar wel opgepoetst, hoor!' riep ze uit, doelend op onze vroegere grapjes over bijschaven en polijsten.[1]


  1. Victoria Holt
    “Een waaier van geluk” (1988), Saga, ISBN 9788726484939