allegedly
- al·leg·ed·ly
- van het Engelse bijvoeglijk naamwoord allege met het achtervoegsel -d en met het achtervoegsel -ly; dat bijvoeglijk naamwoord komt weer van het Latijnse werkwoord allegare (ad + legare); in het Engels op te vatten als een vorm met het voorvoegsel al-
Naar frequentie | 14675 |
---|
allegedly
- beweerd
- gewaand
- naar het heet
- naar verluidt
- «Two men were arrested after they allegedly broke into a garage Wednesday.»
- Twee mannen werden gearresteerd nadat ze woensdag naar verluidt in een garage hadden ingebroken.
- «Two men were arrested after they allegedly broke into a garage Wednesday.»
- vermeend
- voorgewend
- zogenaamd