Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • all-in·ho·tel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord all-inhotel all-inhotels
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het all-inhotelo

  1. hotel waarin men voor een vastbedrag gebruik kan maken van alle beschikbare faciliteiten, drankjes en maaltijden

Gangbaarheid

Meer informatie