Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • agen·de·ring
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord agendering agenderingen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de agenderingv

  1. het plaatsen van onderwerpen op de agenda van een vergadering; de lijst van agendapunten van een vergadering
     Waarom de vergadering is afgeblazen, omdat het overleg overbodig is en omdat de agendering verkeerd was, zo luidt de officiële verklaring.[1]
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Geen overleg EU-ministers Financiën” (Dinsdag 25 oktober 2011, 17:45), NOS