agendering
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: agendering (hulp, bestand)
Woordafbreking
- agen·de·ring
Woordherkomst en -opbouw
- afleiding van Naamwoord van handeling agenderen met het achtervoegsel -ing
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | agendering | agenderingen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de agendering v
- het plaatsen van onderwerpen op de agenda van een vergadering; de lijst van agendapunten van een vergadering
- ▸ Waarom de vergadering is afgeblazen, omdat het overleg overbodig is en omdat de agendering verkeerd was, zo luidt de officiële verklaring.[1]
Afgeleide begrippen
Gangbaarheid
- Het woord agendering staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “Geen overleg EU-ministers Financiën” (Dinsdag 25 oktober 2011, 17:45), NOS