Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • agen·da·seks
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord agendaseks
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de agendaseksm

  1. zorgvuldig geplande seks waarvoor anders, door het drukke bestaan, geen tijd is

Gangbaarheid