aftekenaar
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: aftekenaar (hulp, bestand)
Woordafbreking
- af·te·ke·naar
Woordherkomst en -opbouw
Naamwoord van handeling van aftekenen met het achtervoegsel -aar
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | aftekenaar | aftekenaars |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de aftekenaar m
- een apparaat waarmee je een lijn op een voorwerp kunt tekenen
- een persoon die gerechtigd is om te bepalen of een handeling al dan niet goed verricht is
- De leerling ging met zijn aftekenboekje naar zijn chef die ook bevoegd aftekenaar was om enkele proeven van bekwaamheid af te tekenen
Gangbaarheid
- Het woord aftekenaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.