• af·stro·ming
enkelvoud meervoud
naamwoord afstroming afstromingen
verkleinwoord

de afstromingv [1]

  1. het naar beneden vloeien
     Het afvlakken van landbouwgrond door het aanbrengen van terrassen zorgt ervoor dat de afstroming van (regen)water vertraagt. Daarmee is het een van de manieren om erosie tegen te gaan.[2]
  2. het ergens vandaan vloeien
  3. (onderwijs) het van een hoger naar een lager onderwijsniveau gaan


  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron
    Dennis Vaendel
    “Bodemerosie bedreigt wereldwijde landbouw” (13 oktober 2020), NewScientist