afsluitkraan
- af·sluit·kraan
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | afsluitkraan | afsluitkranen |
verkleinwoord | afsluitkraantje | afsluitkraantjes |
- kraan waarmee je een deel van het waterleidingnetwerk afsluit
- ▸ De afsluitkraan of stopkraan zit tussen de hoofdkraan en de buitenkraan. Bij ieder huis zit hij op een andere plek: in de garage, in de meterkast, in de kelder of kruipruimte zijn veelvoorkomende plekken. Anders dicht in de buurt van de buitenkraan.[2]
- Het woord afsluitkraan staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron Stefan ten Teije“Zo sluit je de buitenkraan af en voorkom je lekkage bij strenge vorst” (22-12-21, 13:30 Laatste update: 22-11-22, 13:42), Tubantia