afsluitende
- ww: Geluid: afsluitende (hulp, bestand)
- IPA: / ˈɑfslœytəndə / (4 lettergrepen)
- bn: Geluid: afsluitende (hulp, bestand)
- IPA: / ɑfˈslœytəndə / (4 lettergrepen)
- af·slui·ten·de
- afsluitend met de uitgang -e
Niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie als werkwoord
vervoeging van: | afsluiten |
áfsluitende
- verbogen vorm van afsluitend, het onvoltooid deelwoord van áfsluiten
afslúítende
- verbogen vorm van de stellende trap van afsluitend
- ▸ Slechts twee jaar later zeilde hij het mooiste en snelste jacht dat er toen was naar de overwinning in de Kielregatta en zat aan de tafel van de Kaiser bij het afsluitende banket, net verloofd met Ingeborg.[1]
- Het woord afsluitende staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)“Kop in het zand” (2015), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044628142