het vragen aan iemand of hij ergens weg wil gaan omdat hij ergens anders nodig is
Omtrent de aanleiding tot Thorbecke's plotseling vertrek uit Göttingen in het najaar van 1824 zijn wij onvoldoende ingelicht. ‘Mijne afroeping,’ noemt hij het in den oudst bewaarden brief aan Groen. Wie hem dan geroepen had? Van Lennep? Falck? zijn vader misschien ook, wegens familieomstandigheden? Wij verkeeren in het onzekere. [2]
De speaker annonceert met zijn scheepsroeper eveneens de deftige of gedistingeerde bezoekers tot enorme vreugde van het janhagel, dat verrukt is in zoo'n luisterrijk gezelschap te verkeeren en elke afroeping onderstreept met een daverend applaus. Bioscoopsterren, boksers, bankiers, romanciers, film-fabrikanten, tooneelschrijvers, demimondaines in groot tenue, acteurs, chansonniers, diva's van music-halls komen hier hun glorie een vernisje geven en voor hun reclame zorgen. [3]